ACHTERGRONDEN‎ > ‎

Stadslandbouw

Nijmegen discussieert over stadslandbouwbeleid
 
Voor een stad die nauwelijks een boerderij binnen haar gemeentegrenzen kent, is de term stadslandbouw wellicht wat hoog gegrepen. Maar voor een discussie over stedelijke voedselproductie biedt de discussienota, die het college van b. en w. onlangs aar de raad stuurde, voldoende aanknopingspunten. Daar ligt het dan ook niet aan dat de nota uiteindelijk erg mager blijft. 

Na een inleiding over de mondiale voedselproblematiek en een opsomming van de raakvlakken met het Nijmeegse beleid en de bestaande Nijmeegse initiatieven, gaat de nota direct over tot het bepalen van haar rol. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de rol van initiator/financier, verbinder en facilitator. Dat de gemeente alleen een rol als facilitator voor zichzelf ziet weggelegd is een belangrijke reden voor de magere uitkomst.

Er wordt opmerkt dat het stadslandbouwbeleid raakt aan bestaand beleid en dat geeft aan dat er doelstellingen zijn die ook de gemeente nastreeft. Die doelstellingen worden echter nergens helder gemaakt. En omdat het beleidsterrein stadslandbouw nogal uitwaaiert met diverse commerciële en niet-commerciële partijen is het dan lastig om als gemeente je richting te bepalen. Doelstellingen kunnen dan helpen die richting te bepalen.

Die doelstellingen kunnen op een vijftal veleidsterreinen worden vastgesteld:

    1. Klimaatbeleid: kunnen we ons voedsel produceren met minder energie en CO2 uitstoot.

    2. Voedselveiligheid: de manier waarop we voedsel produceren blijkt nogal wat gezondheidsrisico's met zich mee te brengen.

    3. Voedselzekerheid: kunnen we toekomstige generaties - in Nijmegen en elders - in de toekomst ook voldoende goed voedsel aanbieden.

    4. Voedselproductie en ecologie: blijft er voldoende ruimte over voor natuur en natuurlijke processen.

    5. Voedselproductie en sociale samenhang: kan voedselproductie op buurt- en wijkniveau de sociale samenhang versterken.

De gemeente heeft uiteraard beperkte mogelijkheden. Er zal dan ook eerst in beeld moeten worden gebracht waar de gemeente kansen en bevoegdheden heeft. Daarnaast kan er eens goed gekeken worden naar de meerwaarde en extra mogelijkheden die samenwerking met bijvoorbeeld wijkbeheer en het gezondheidsbeleid opleveren.De rol van facilitator en initiator zijn niet zo verschillend als de nota het doet voorstellen. In de rol van facilitator kan de gemeente ook wat sturen. Uiteraard in de richting van de vastgestelde doelen. Bijvoorbeeld door in de rol van katalysator te kruipen, daar waar kansen voor het maatschappelijk veld blijven liggen door bijvoorbeeld praktische of organisatorische opstakels.

In het licht van de bezuinigingen die de gemeente moet treffen de komende jaren is het begrijpelijk dat de ze terughoudend is. Maar als er gekozen was voor (een beperkt aantal) doelen, waarop echt kan worden ingezet, was de term “stadslandbouwbeleid” op z'n plaats geweest. Nu blijft het bij de conclusie dat de gemeente wil faciliteren. Die doelstelling stond (in z'n algemeenheid) ook al in het college akkoord. En daaraan voegt deze discussienota weinig toe.

Comments