De Sint Nicolaaskapel, Barbarossaruïne en de nieuw
te bouwen donjon dienen
als 'follies' in het park te worden benaderd...
(beeldkwaliteitsplan, p.30)
Folly
(ook wel follie)
(van het Engelse woord folly: dwaasheid) (meervoud: follies, ook wel
folly's) is een bouwwerk dat met opzet nutteloos of bizar is. Dit in
tegenstelling tot de 20e-eeuwse Grote en nutteloze werken, die wel met
een doel voor ogen werden gebouwd. Een folly is een
niet-conventioneel gebouw, ongeschikt voor huisvesting of andere
functies en geen een ander doel dienend dan decoratie. In Nederland
wordt soms de term vermaaksarchitectuur gehanteerd.
(Wikipedia)
1.
Omvang donjon is een grove verstoring van Rijksmonument het Valkhof

De
omvang van de beoogde toren is dusdanig buitenproportioneel dat zij
de beleving van het park en haar historische uitstraling volledig te
niet doet. De Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne, twee authentiek
historische bouwwerken uit de 11e en 12e eeuw,
komen volledig in de schaduw te staan van een kolos met deze
afmetingen. Het is dus onzinnig te stellen dat de donjon op een
terloopse manier in het park kan of moet worden gesitueerd (p.30).
Om
de beleving van m.n. de Nicolaaskapel zo min mogelijk te verstoren,
is gevraagd om een zo authentiek mogelijke donjon. De verstoring van
de beleving van de Nicolaaskapel heeft echter vooral te maken met de
grootte van de donjon; de vormgeving van de donjon is van veel minder
belang. Deze zal vooral leiden tot verwarring over wat nu echt en authentiek is en wat namaak? En die verwarring doet op zijn beurt
weer afbreuk aan het Rijksmonument.
Het
park leent zich niet voor grootschalige nieuwbouw, maar vooral voor
kleine en niet permanente initiatieven om de historie zichtbaar te
maken.
2.
Bouw donjon is aantasting van Archeologisch Monument het Valkhof
De
grondwerkzaamheden (voorbereidingen en de bouw zelf) kunnen mogelijk
flinke schade toebrengen aan de archeologische rijkdom in de bodem.
Deze bedreiging staat haaks op de status van het Valkhof als
beschermd Archeologisch Monument.
Het
beeldkwaliteitsplan is hier ook tegenstrijdig: Op p.30 wordt
aangegeven dat het bodemarchief niet mag worden verstoord, terwijl op
p.35 wordt gesteld dat de mogelijkheden moeten worden onderzocht met
betrekking tot het zichtbaar maken van eventuele archeologische
vondsten. Maar hoe kun je iets, dat niet verstoord mag worden, zichtbaar maken?
De
bouw van de donjon mag het aanwezige bodemarchief niet aantasten of
verstoren.
3. Beeldkwaliteitsplan moet ook gaan
over de functie van de Donjon
Het
beeldkwaliteitsplan richt zich teveel op de inpassing van het gebouw
op zich en te weinig op de functie van het gebouw. Het park is nu nog
een plek waar de bezoeker rust en (soms bijzondere) natuur kan
vinden. De functie die de donjon gaat krijgen kan nopen tot
aanpassingen aan de donjon zelf of aan de inrichting van het park.
Hierop wordt overigens in het beeldkwaliteitsplan al geanticipeerd:
“Daarbij moet
steeds in acht worden genomen dat in het ontwerp niet alleen de
iconische en symbolische waarde van de nieuwe donjon een plaats moet
krijgen, maar dat het ook geschikt moet zijn om er één of meerdere
functies in te huisvesten.” (p.3)
Het beeldkwaliteitsplan stelt geen grenzen - en al helemaal geen harde
grenzen - aan de concessies die aan de beeldkwaliteit kunnen worden
gedaan ten behoeve van een functie. Elders wordt ook opgemerkt dat de
vormgeving van de donjon de exploitatie bemoeilijkt. Te denken valt
aan het maximeren van de bezoekersstroom en een ondubbelzinnig verbod
op een terras.
Gezien het historische karakter en belang van het Valkhofpark,
dient het beeldkwaliteitsplan harde grenzen te benoemen en op te
leggen aan de (toekomstige) functie(s).
4. De donjon tast de zichtbare en
voelbare gelaagdheid van de historie aan

Juist het nabouwen
van een donjon - een beperking die nooit authentiek kan zijn - tast de
gelaagdheid van de historie aan. Er wordt één element weergegeven
dat slechts een interpretatie van één specifieke historische
periode weergeeft. Een element dat ook nog eens is losgerukt uit
zijn context: de totale burcht, waar het deel van uitmaakte. Het geeft
nogmaals aan dat we datgene dat de geschiedenis ons heeft ontnomen,
niet kan kunnen terugbouwen.Bovendien maakt
het plan in de conclusie de verkeerde vergelijking:
“Uitgangspunt
was dat met een authentieke verschijningsvorm de historische
sensatie, het gevoel in direct contact te staan met het verleden,
beter kon worden opgewekt dan met een eigentijdse toren.” (p.21)
Deze conclusie is volstrekt zinloos, omdat niemand van plan is een
eigentijdse toren te bouwen in het Valkhof. De keuze is die tussen
wel of geen toren. Oftewel, kan het gevoel in contact te staan met
het verleden beter worden opgewekt door de thans aanwezige
authentieke restanten of door een toren met alleen een authentieke
verschijningsvorm?
Zoals ook door de
oud stadsarchitect Hoeke in de Gelderlander van 3 september aangegeven, zijn er betere manieren op de historische gelaagdheid op deze plek ervaarbaar te maken. Daarbij kan een tijdelijke donjon, zoals die hier al eerder heeft gestaan, soms een functie hebben.
Ook de historische gelaagdheid vraagt om een andere wijze om de historie
zichtbaar en voelbaar te maken.
5. Ecologische waarden ontbreken
Naast de
monumentale waarde van het groen in het Valkhofpark draagt ook de
ecologische waarde bij aan de beeldkwaliteit van het park. Juist het
gegeven dat men er diverse soorten planten en dieren kan tegenkomen,
op een plek zo dicht bij het centrum, maakt de plek bijzonder.
De bijzondere
ecologische waarden dienen in het beeldkwaliteit benoemd te worden.
6. Helderheid over de afwijzing van
TAK architecten is noodzakelijk
TAK Architecten,
een gerenommeerd architectenbureau, is door de gemeente opzij
geschoven. Duidelijk dient te worden waarom de gemeente dit heeft
gedaan. Maar uiteraard is ook van belang tot welke conclusies dit
architectenbureau is gekomen. Waarom kon of wilde dit
architectenbureau niet voldoen aan de opdracht?
De beperkingen
waar TAK Architecten tegenaan zijn gelopen dienen expliciet te worden
benoemd. Aangegeven dient te worden welke conclusies daaruit worden
getrokken.
7. Juridische status van het
beeldkwaliteitsplan
Het beeldkwaliteitsplan vormt de basis voor een advies van de Commissie
Beeldkwaliteit. Dit advies is in eerste instantie gericht aan het college van
B en W. Het college kan het advies of onderdelen daarvan echter
gemotiveerd naast zich neer leggen. Niet geheel duidelijk is op welk
moment de toetsing plaats vindt (bestemmingsplanprocedure,
bouwvergunning, etc.?) en wie de toetsing precies uitvoert (college van B en W, de gemeenteraad?).
Kortom, wat zijn de consequenties van een eventueel negatief advies van de Commissie
Beeldkwaliteit?